Shih-Tzu kennel van Dosa Carita

Geschiedenis van de Shih-Tzu

De naam Shih Tzu heeft behoorlijk wat betekenissen.
Je hebt allereerst Shih-tze-Kou, of zoals het bekender is Shih Tzu, wat Tibetaanse Leeuwhondje, of Lhasa Leeuwhondje betekend. Andere benamingen zijn o.a. Chrysantenhondje, naar een zeer geliefde bloem in China, en Leeuwhondje van Mantsjoerije. In China is met stelligheid verklaard dat dit ras een afstamming zou zijn van de heilige "Drakenhond".

Zelfs de naam van dit kleine, fijne ras is omgeven in een waas van mysterieuze legendes. De Shih Tzu draagt het hoofd met verwaande air omhoog, zo van "Mij maak je niets!" en de lange volle staart in een fraaie boog op de rug. Net zoals het oor van een theepot.

Tibet…. Het geheimzinnige land, en ontzettend koud, wordt als het vaderland van de Shih Tzu beschouwd door zowel de Chinezen als de Tibetanen. Het is een Tibetaans ras wat de laatste eeuw vooral in China werd gefokt. Maar wanneer ze daar nou precies terecht zijn gekomen kan niemand je precies vertellen. Het allereerste bericht stamt uit documenten van ongeveer 624 na Chr. ten tijde van de Tang-Dynastie, toen koning K`iu Tai van Viqur een paartje honden aan de regerende Chinese vorsten als geschenk gaf.

Waarschijnlijk kwamen deze hondjes uit Fu Lin, het middelpunt van het toenmalige Byzanthijnse Keizerrijk. In latere documenten vond men meer over ze in de periode van 990 tot 992 na Chr. Ze waren klein, intelligent en huiselijk en meestal zaten ze aan weerskanten van de keizerlijke troon te kwispelen als er gasten kwamen bij het keizerlijk paar. Ook Marco Polo sprak in zijn reisverhalen al over kleine, goudkleurige hondjes die de keizer gezelschap hielden, maar die ook bij de bevolking gehouden en gefokt werden.
Een ander verhaal over de introductie in China is, dat ze uit Tibet kwamen ten tijde van de Mantsjoe Dynastie als eerbetoon aan het Chinese gerecht, als een herinnering aan de god van het leren Manjusri (boeddha) Die god scheen een klein hondje bij zich te hebben dat zich in een leeuw kon veranderen als er gevaar dreigde, zodat hij zijn meester kon verdedigen en in veiligheid kon brengen. De Groot Lama van Tibet gaf deze hondjes "als geschenk als bewijs van erkentelijkheid" aan het keizerlijk hof in Peking. Maar echt vrijwillig zal dat niet gegaan zijn, aangezien Tibet in die tijd bezet was door China.

Als je door boeken bladert over de Shih Tzu lees je vaak dat het "aanbeden hondjes" zijn. In Tibet, werd verteld, waren de hondjes heilig, en waren zij daar de tempelhonden. De Tibetanen geloofden dat de geesten van overleden priesters overgingen in kleine leeuwhonden, die Boeddha`s beschermelingen waren. Een soort reïncarnatie dus. Alleen word er in de Boeddhistische godsdienst nergens ook daadwerkelijk vermeld dat het ook waar is. De hondjes werden gefokt in het keizerlijk paleis, dat gelegen was in een deel van Peking, wat ook wel de Verboden Stad werd genoemd. Veel van hen is bewaard gebleven in het keizerlijk hondenboek.

De honden die in de 16e eeuw werden gefokt kwamen waarschijnlijk van de Lhasa Apso of de Tibetaanse Terriër. Ze waren echter te groot voor het gevoel van de Chinese hofdames, en er werd bevolen ze kleiner te fokken. Soms zal er ook wel gekruist zijn met de Pekingees, wat bijvoorbeeld ook gebeurde in 1952 in Engeland. Toch zijn er ook nog berichten bewaard waarin heilig wordt verklaard dat de Shih Tzu een op zichzelf staand ras is, waarbij scherp op de raszuiverheid wordt gelet. Maar desondanks werd het een "imperial dog", een keizerlijke hond dus, die alleen aan het hof gefokt mocht worden.

De honden hadden ook een echt keizerlijk leventje. Ze sliepen op kostbare zijden kussens, werden aan alle kanten beschermd en vertroeteld en aten alleen de meest delicate gerechten. Zeker is in ieder geval dat deze hondjes als kostbaarheden werden beschouwd. Te kostbaar voor het gewone volk. Bij de Shih Tzu zijn alle kleuren toegestaan, maar de kleuren honing, goud en geel hadden de voorkeur van de keizerin, omdat geel de keizerlijke kleur was. Een witte bles op het voorhoofd en een witte staarpunt werden echter hogelijk geprezen.

De witte bles op het voorhoofd was het teken van de duimafdruk van boeddha, een teken dat het gezegende hondjes waren. Er zat een geestige en lieflijke kwaliteit aan deze kleine ragebollen van zijden haar dat de chinezen, en niet alleen de chinezen, aantrok. De Shih Tzu is het resultaat van ontelbare generaties lang zeer voorzichtig fokken. Omdat ze speciaal werden gefokt naar de gelijkenis van de legendarische Boeddha Leeuw, werden hen ook formidabele krachten toegekend.

Een oud Tibetaans spreekwoord zegt: " Ze brengen geluk, daarom is het een eer als men er een mag ontvangen!" Oorspronkelijk werden deze hondjes nooit verkocht, je kon ze alleen maar krijgen als geschenk. Van de uitgebreide fokkerij aan het hof van de laatste keizerin T`zu Hsi zijn nog talrijke berichten van ooggetuigen bewaard gebleven. De fok stond onder zeer strenge keizerlijke controle en werd strikt gescheiden gehouden van andere rassen.

Maar helaas. Na de dood van de keizerin in 1908 hield dit op. En na de val van de Qing- Dynastie in 1911 zijn er veel hondjes verloren gegaan. Later gingen de Chinezen ze weer fokken, maar die weigerde ze te verkopen, en de enkeling die werd gegeven als geschenk, haalde vaak niet levend het land waar ze naartoe zouden gaan.
Pas sinds 1925 kreeg de Westerse wereld enige bekendheid met het bestaan van het ras. In de jaren 1928-1930 lukte het enkele hoofdofficieren van het engelse leger om enige shih tzu te verkrijgen. Maar we kunnen wel al met zekerheid zeggen dat het niet de allerbeste exemplaren waren die ze kregen. De in China zo zeer gewaardeerde goudkleur kreeg men niet in handen, omdat de Chinezen niet bepaald tevreden waren over de, in hun ogen "ongewenste" Engelsen. Veel mensen van buitenaf waren ongewenst in de ogen van China, omdat de Chinezen bang waren voor teveel "westerse invloed" van buitenaf.

Het was anders met de hondjes van de Familie Kaufman. De heer Kaufman was in 1928 Deens gezant in Peking en zij verkregen twee echte, kleine Shih Tzu. Hiervan is bekend dat een van hen, Leidza, een goudwit teefje, in mei 1928 geboren is in het keizerlijk paleis in Peking. In totaal kreeg de Familie Kaufman drie Shih Tzu uit China. Dit waren Aidzo, een zwart/witte reu, Leidza een Goud/wit teefje en Schrauder, een zwart/wit teefje. Toen de heer Kaufman van China naar Oslo werd overgeplaatst, werden deze hondjes ingeschreven bij de Noorse Kennel Club. Het was pas 1937 toen twee Shih Tzu van uitstekende kwaliteit Engeland bereikten. Maar kort daarna brak de tweede wereldoorlog uit, en deze hondjes stierven zonder ook maar een nestje te hebben gehad.

Deze hondjes waren goudwit en honingkleurig en afkomster van gravin d`Anjou. Mevrouw d`Anjou was een franse dame die zeer goed bevriend was met de Chinese prinses Der Ling, die in Parijs haar opleiding had voltooid. Deze franse dame fokte met veel liefde en succes Shih Tzu in Peking. Uiteraard als vriendin geholpen door prinses Der Ling. De prinses had toegang tot de hoogste kringen in Peking, hierdoor kon zijn zoeken naar topkwaliteit Shih Tzu. Zonder de vriendschap van Prinses Der Ling zou het mevrouw d`Anjou nooit zijn gelukt om hand te leggen op goed fokmateriaal. En zeker als franse, die in die tijd ook "ongewenst" waren. Terwijl zij probeerde het ras in stand te houden werd er steeds minder serieus gefokt in de Chinese paleizen. Dit kwam mede omdat de jonge Keizer Puyi zich niet interesseerde voor de fok van de favoriete rassen van de overleden keizerin weduwe. Er werd beweerd dat er eigenlijk zonder overleg gewoon werd verder gefokt. Toen in 1937 China voor de westerlingen werd afgesloten door de Japanse inval in het land, was de westerse wereld volledig aangewezen op de honden die door Engeland, Ierland, Amerika en de Scandinavische landen rechtstreeks uit China waren geïmporteerd. En op de nakomelingen van deze geïmporteerde honden. Die zowel in Engeland als in Scandinavië waren gefokt. De hondjes die in Scandinavië waren gefokt waren van goede kwaliteit en werden ook op een klein type doorgefokt. Terwijl de hondjes in Engeland wat groter waren en van mindere kwaliteit. In 1960 kreeg de Shih Tzu ook in Nederland bekendheid. Vanuit Zweden, Engeland en Duitsland werden de hondjes geïmporteerd en er werd in die jaren met goede lijnen gefokt. Hiervan kan men nu nog de resultaten zien, Het is wel ontzettend jammer dat de karaktereigenschappen in de Chinese standaard, die de Keizerin Weduwe heeft geschreven, zo miniem vertaald zijn. Er zijn wel meldingen van Amerikaanse vrienden van de Keizerin die in 1903 en 1905 toestemming kregen om de kennels te bekijken. Op gegeven moment was de Keizerin zichtbaar verstoord, toen een van de kennissen vol adoratie en liefde op de knieën ging voor deze kleine hondjes. De Keizerin was een beetje boos omdat zij niet had verwacht dat ook maar een van de hondjes interesse zou tonen in een wild vreemd persoon. Met andere woorden, de Shih Tzu aan het keizerlijke hof waren wel degelijk hondjes die slechts een of enkele personen als leider accepteerde. Deze eigenschap komt nog steeds voor bij de moderne Shih Tzu. En ook nu zijn er nog Shih Tzu die het volledige gezin totaal adoreren, maar die van buitenstaanders weinig of niets willen weten. Dit is weer een van de mysterieuze stukjes achtergrond van dit ras wat wij, als westerlingen, waarschijnlijk nooit helemaal zullen begrijpen.